Hoe een zieke man te reinigen

(Gebaseerd op islamitische oordelen van een groep geleerden)

  • Een patiënt dient water te gebruiken voor het reinigen (zowel wudu’ als ghusl).
  • in het geval een zieke geen water kan gebruiken vanwege zijn gebrek of angst voor verergering van de ziekte of pijn, zou hij tayammum als vervanging moeten doen.
  • Als hij zich zelf niet kan schoonmaken, kan een andere persoon hem helpen door de wudu’ delen te wassen of zijn gezicht en handen voor hem te vegen in het geval van tayammum.
  • Als een van de wudu of ghusl delen gewond is, dan zou hij deze moeten wassen met water. Als water schade veroorzaakt aan de wond, dan zou hij erover moeten vegen. Als vegen de wond beschadigt, dan kan hij tayammum doen voor de gewonde plek.
  • Als hij een gebroken been of ander lichaamsdeel in gips, spalk of verband heeft, kan hij erover vegen met water. Het vegen vervangt het wassen.
  • Bij tayammum, hij kan over een schone muur of ander stoffig object strijken met zijn hand. Als de muur bedekt is met materiaal anders dan van de grond afkomstig, zoals verf, dan zou hij deze niet moeten gebruiken voor tayammum behalve als het stoffig is.
  • Als Tayammum niet uitgevoerd kan worden door op de grond, muur of ander stoffig object te strijken, dan kan er aarde worden gedaan in een bak of zakdoek en gebruikt worden voor tayammum.
  • Als hij tayammum verricht voor een bepaald gebed (Salat) en zijn tayammum houdt (niets doet dat het ongeldig maakt) tot de tijd van het volgende gebed, dan kan hij het met dezelfde tayammum doen, omdat hij dan nog steeds ritueel rein is.

  • Een zieke moet vuil en onreinheden van zijn lichaam verwijderen. Als hij dat niet kan, dan verricht hij het gebed in de staat waarin hij zich bevindt, zijn gebed is geldig en hij hoeft het later niet over te doen.
  • Een zieke moet schone kleren aan doen voor het gebed. Als zijn kleren vies worden, moet hij ze schoonmaken, lukt dat niet dan moet hij het gebed verrichten in dezelfde kleren en hoeft hij het gebed niet te herhalen.
  • Een ziek moet het gebed verrichten op een schone plaats. Als de plaats vies wordt, dan moet hij het schoonmaken, of hij kan er iets schoons over heen leggen. Lukt dat niet, dan kan hij daar bidden, zijn gebed is geldig en hij hoeft het niet over te doen.
  • Het is niet toegestaan voor een zieke om het gebed later te doen dan de daarvoor bestemde tijd, vanwege het zich niet kunnen reinigen. Hij moet zichzelf reinigen zo goed en kwaad als hij kan en dan zijn gebed op tijd verrichten zelfs als zijn lichaam, kleren of bidplaats vuil is, omdat hij niet bij machte is het schoon te maken.

Iemand die lijdt aan incontinentie van urine (enuresis) en niet genezen kan worden moet voorafgaand aan elk gebed wudu’ verrichten. Hij zou de viezigheid van zijn lichaam moeten verwijderen en een schoon kledingstuk aan moeten doen als dit niet te moeilijk is, anders wordt hij daarvan ontheven. Hij zou er ook voor moeten waken dat de urine zich verspreidt over zijn kleren, lichaam of bidplaats. (Islamitisch oordeel van een groep geleerden, p. 1/1173 - Shaikh ibn Baz)